Bij de programmabegroting vindt bestuurlijke besluitvorming plaats over de lokale heffingen. En dan brengen we ook de kostendekkendheid daarvan in beeld. In de jaarrekening brengen we de verschillen in de uitkomsten van de kostendekkendheid in beeld. Dat doen we voor de afvalstoffenheffing; de rioolheffing en de Wabo-leges.
Afvalstoffenheffing
In onderstaande tabel hebben we de lasten en baten met betrekking tot de inzameling van huishoudelijk afval in beeld gebracht. Zoals die waren geraamd bij de begroting en zijn opgenomen in deze programmarekening.
bedragen x € 1 miljoen
rubricering | raming | werkelijk | resultaat |
---|---|---|---|
personeelskosten stadsreiniging | 9,81 | 10,39 | 0,58 |
personeelskosten overige afdelingen | 0,91 | 1,05 | 0,13 |
afvalinzameling en verwerking | 17,88 | 16,42 | -1,46 |
recycling perrons | 0,81 | 1,14 | 0,33 |
compensabele btw | 4,32 | 4,54 | 0,22 |
subtotaal lasten | 33,74 | 33,54 | -0,19 |
kwijtschelding via tarief | 0,86 | 0,86 | 0,00 |
kwijtschelding - niet via tarief | 1,83 | 1,20 | -0,62 |
dubieuze debiteuren | 0,33 | 0,33 | 0,00 |
Overhead | 3,44 | 3,45 | 0,01 |
subtotaal lasten | 40,19 | 39,39 | -0,80 |
opbrengsten afvalstoffenheffing (excl. ontvangsten oude jaren) | -36,14 | -36,27 | -0,13 |
opbrengsten restfracties | -2,74 | -2,89 | -0,16 |
subtotaal lasten/baten taakveld | 1,32 | 0,23 | -1,09 |
percentage kostendekkendheid | 97% | 99% | |
aantal woonruimten, met een woonfunctie | 89.013 | 89.327 | 314 |
aantal objecten in de heffing | raming | werkelijk | resultaat |
---|---|---|---|
IPH | 24.924 | 25.012 | 88 |
MPH | 64.089 | 64.315 | 226 |
totaal aantal in de heffing | 89.013 | 89.327 | 314 |
De kostendekkendheid verbetert doordat de lasten lager uitvallen
Zowel de lasten voor het inzamelen en verwerken van het afval zien we iets dalen én de opbrengsten van restfracties iets toenemen. Daarnaast is er in 2023 minder beroep gedaan op kwijtschelding. Hierdoor zijn de lasten € 0,6 miljoen lager uitvallen én is de kostendekkendheid verbetert. Waar dat door komt is nog niet duidelijk; mogelijk hebben andere inkomensmaatregelen – zoals de energietoeslag - daar effect op gehad. De (structurele) effecten op de heffing zullen we betrekken bij onze tariefvoorstellen voor 2025
Rioolheffing
In onderstaande tabel hebben we de lasten en baten met betrekking tot riolen en drainage in beeld gebracht. Zoals die waren geraamd bij de begroting en zijn opgenomen in deze programmarekening.
bedragen x € 1 miljoen
rubricering | raming | werkelijk | resultaat |
---|---|---|---|
personeelskosten stadsruimte | 1,73 | 1,77 | 0,04 |
personeelskosten overige afdelingen | 0,15 | 0,14 | -0,01 |
programmakosten | 6,44 | 7,18 | 0,74 |
storting vervangingsfonds | 5,27 | 5,30 | 0,04 |
storting voorziening rioolherstelprojecten | 2,39 | 2,43 | 0,04 |
compensabele btw | 2,69 | 2,83 | 0,15 |
subtotaal lasten | 18,67 | 19,67 | 1,00 |
kwijtschelding via tarief | 0,06 | 0,06 | 0,00 |
dubieuze debiteuren | 0,15 | 0,15 | 0,00 |
overhead | 1,49 | 1,49 | 0,00 |
subtotaal lasten | 20,37 | 21,37 | 1,00 |
opbrengsten rioolheffing | -18,33 | -18,34 | -0,02 |
overige opbrengsten | -0,04 | -0,07 | -0,03 |
subtotaal lasten/baten taakveld | 2,00 | 2,96 | 0,96 |
percentage kostendekkendheid | 90% | 86% | |
aantal objecten | 95.947 | 96.028 | 81 |
De rioolheffing is niet kostendekkend
Het afgelopen jaar hebben we iets meer uitgegeven aan onderhoud van ons rioolstelsel. Dat komt door dat de energielasten fors zijn gestegen en ook nog ander kosten zijn gestegen. Bij de Programmabegroting 2024 hebben we onze tarieven vanwege deze kostenstijgingen al verhoogd. Voorts hebben we bij de Programmabegroting 2023 besloten om onze tarieven tussen 2024 en 2026 jaarlijks te verhogen met 3,2%, vanuit het principe van kostendekkendheid.
Wabo leges
In onderstaande tabel hebben we de lasten en baten met betrekking tot de Wabo leges in beeld gebracht. Zoals die waren geraamd bij de begroting en zijn opgenomen in deze programmarekening.
bedragen x € 1 miljoen
rubricering | raming | werkelijk | resultaat |
---|---|---|---|
apparaatskosten vergunning, toezicht en handhaving | 2,97 | 2,55 | -0,42 |
apparaatskosten overige afdelingen | 0,61 | 0,56 | -0,05 |
programmakosten | 3,09 | 2,81 | -0,28 |
compensabele btw | 0,67 | 0,55 | -0,12 |
subtotaal kosten | 7,34 | 6,47 | -0,86 |
dubieuze debiteuren | 0,10 | 0,10 | 0,00 |
taalgebonden overhead | 1,01 | 1,01 | 0,00 |
concern overhead | 2,15 | 2,15 | 0,00 |
subtotaal kosten | 10,60 | 9,73 | -0,86 |
leges vergunningverlening | -9,03 | -9,02 | 0,02 |
algemene opbrengsten | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
eindtotaal | 1,56 | 0,72 | -0,85 |
kostendekkendheid | 85% | 93% |
De Wabo leges zijn niet kostendekkend
Bovenstaande uitkomsten zijn nog gebaseerd op de – in 2023- geldende regelgeving m.b.t de Wabo. Het kabinet heeft met ingang van 1 januari 2024 de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in gevoerd. Daardoor verandert er veel op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving. Daarbij is en blijft ons uitgangspunt dat binnen die verordening voor de afgifte van een omgevingsvergunning géén winst mag worden gemaakt. De uitkomsten voor 2023 hebben daar vooralsnog geen effect op.
Lokale lastendruk
De woonlasten van een gemiddeld huishouden bedragen € 5.207
Woonlasten zijn betalingen die huishoudens doen in verband met wonen. Directe
woonlasten (huur of hypotheekrente) laten we hier buiten beschouwing. Huishoudens zijn een groot deel van hun besteedbare inkomen kwijt aan woonlasten: de kosten van energie en water en van de opstalverzekering, en aan het wonen gerelateerde heffingen van gemeente, waterschap en rijksoverheid.
In 2023 gaat het om een bedrag van € 5.207 voor een gemiddeld huishouden. Hiervan heeft € 875 betrekking op gemeentelijke woonlasten (ozb en afval- en rioolheffing) én € 2.124 op energie, water en opstalverzekering én € 2.208 op allerlei rijksbelastingen (zoals belasting op energie, wateren en de opstelverzekering; het eigen woningforfait en overdrachtsbelasting en waterschapslasten). Dat blijkt uit onderzoek van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden. Het Coelo publiceert jaarlijks de resultaten van dit onderzoek in de Atlas voor de lokale lasten 2023.
In 2023 heeft een gemiddeld gezin € 957,95 aan gemeentelijke woonlasten betaald
Om u een idee te geven, hadden we bij de programmabegroting 2023 de woonlasten voor een gemiddeld gezin berekend. Daarbij gaan we ervan uit dat dit gezin in een koophuis woont én onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing betaalt. In 2023 heeft dit gezin € 943,88 betaald. Dat was € 55,70 meer dan in 2022. Dat komt door de hogere inflatie. En de jaarlijkse afspraak over de vervanging van het rioolstelsel. Hierdoor stijgen de woonlasten per saldo met 6,3%. Per gezin pakt dat anders uit. Dat is afhankelijk van het type woning waarin dit gezin woont. Zo zullen bijvoorbeeld de woonlasten voor een gezin dat een huis huurt minder hard stijgen. Die betalen namelijk alleen afvalstoffenheffing. Maar ook eenpersoonshuishoudens betalen minder. Zoals we bij de toelichting op de onroerende zaakbelastingen hebben toegelicht, zijn de woonlasten uiteindelijk € 12,07 hoger uitgevallen dan geraamd. Hiervoor hebben we het tarief van de ozb woningen in 2024 verlaagd.
Volgens het Coelo bedragen de gemiddelde woonlasten voor een eigenaar-bewoner ongeveer € 944. Dat is ook heb bedrag dat een gemiddeld gezin in Almere betaalt.
De belastingopbrengsten van gemeenten bedragen 3,3% van de totale belastingopbrengsten van het Rijk
En om u een beeld te schetsen: de totale belastingopbrengsten van alle gemeenten tezamen bedragen ongeveer 3,3% van de totale belastingontvangsten van het Rijk. Onze belastingopbrengsten zijn ongeveer 1% daarvan.
Kwijtscheldingsbeleid
Alle inwoners met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. De belasting hoeft dan niet volledig of helemaal niet betaald te worden. In Almere krijg je kwijtschelding als je inkomen op bijstandsniveau ligt of lager. Je mag dan ook geen spaargeld of waardevolle bezittingen hebben. Het gaat meestal over de kwijtschelding van de afvalstoffenheffing. Dit komt omdat ieder huishouden deze belasting moet betalen.
In beginsel kan kwijtschelding worden verleend over:
- de afvalstoffenheffing;
- de rioolheffing;
- de onroerende zaakbelasting;
- de roerende woon- bedrijfsruimten belasting.
Voor alle andere geheven belastingen en heffingen wordt geen kwijtschelding verleend. In totaal hebben we hiervoor een bedrag van ruim € 3 miljoen geraamd. In 2023 is voor een bedrag van € 2,4 miljoen kwijtschelding verleend. Hiervan heeft ongeveer miljoen betrekking op kwijtschelding afvalstoffenheffing (90%). Waardoor er minder kwijtschelding is verleend is nog niet duidelijk; mogelijk hebben andere inkomensmaatregelen – zoals de energietoeslag - daar effect op gehad.