Met dit geld betalen we het salaris van de burgemeester en de wethouders (het college B&W). Daarnaast houden we een deel van het geld apart. Dit is bedoeld om later het pensioen of het wachtgeld van een oud-wethouder te betalen. Dit is wettelijk verplicht. |
|---|
bedragen x € 1 miljoen
omschrijving | begroot | begroot | realisatie | realisatie | resultaat |
|---|---|---|---|---|---|
lasten | baten | lasten | baten | ||
personeel | 1,2 | 1,3 | 0,0 | ||
inkoop | 0,1 | 0,3 | -0,2 | ||
voorziening | 1,1 | 0,6 | 0,3 | 0,8 | |
totaal | 2,5 | 0,0 | 2,1 | 0,3 | 0,6 |
We hebben € 1,0 miljoen minder nodig voor de pensioenvoorziening voor (oud-) wethouders
We hebben een voordeel van € 1 miljoen op de pensioenvoorziening voor (oud-) wethouders. Dit komt door een verhoging van de rekenrente van 2,47% naar 3,03%. Omdat een verhoging van de rekenrente leidt tot een hoger rendement in de toekomst hoeven we nu minder geld in de voorziening te hebben. Dit lijkt in strijd met de recente ontwikkeling dat de rente dalende is. De rekenrente voor de pensioenen ijlt altijd een jaar na op de meest actuele rente. Het is dus te verwachten dat volgend jaar ook de rekenrente voor de pensioenen weer gaat dalen.
Daarnaast zijn er helaas ook twee oud-wethouders overleden. Om deze reden hoeft er voor hen geen geld meer in de voorziening te worden opgenomen.
We moeten € 0,2 miljoen extra reserveren voor wachtgeld
Door het recente vertrek van één wethouder en het aanstaande vertrek van een tweede wethouder moeten we extra geld storten in de wachtgeldvoorziening.
Daarnaast hebben we diverse kleine verschillen die optellen tot een nadeel van € 0,2 miljoen
Naast de grote twee beschreven afwijkingen zijn er nog diverse kleine verschillen die per saldo optellen tot € 0,2 miljoen. Dit gaat om bijvoorbeeld studiekosten en trainingen voor het college, vervanging van wethouder in verband met zwangerschap en de extra kosten voor de waarnemende burgemeester begin 2023.