Als we geld over houden op de regionale taken van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dan stoppen wij dat in deze reserve. Alle regiogemeenten samen beslissen wat we met de reserve doen. Dit geld kunnen wij bijvoorbeeld gebruik voor:
|
---|
bedragen x € 1 miljoen
omschrijving | begroot | begroot | realisatie | realisatie | resultaat |
---|---|---|---|---|---|
lasten | baten | lasten | baten | ||
personeel | 0,2 | -0,2 | |||
subsidie | 4,2 | -4,2 | |||
inkoop | 0,1 | 0,1 | |||
bestemde reserve | 4,6 | 1,5 | 3,2 | ||
totaal | 4,7 | 0,0 | 5,9 | 0,0 | -1,2 |
Onze personeelskosten zijn € 0,2 miljoen hoger
De andere gemeenten in Flevoland hebben ook personeel moeten inzetten om de transformatie van de Wmo vorm te geven. Hiervoor is een strategische agenda opgesteld. Voor deze inzet worden de regiogemeenten gecompenseerd.
We betalen het regionale overschot 2022 van € 4,2 miljoen uit aan de andere regiogemeenten.
Als we geld over houden op de regionale Wmo dan besluit het bestuurlijk overleg sociaal domein hoe hiermee wordt omgegaan. De uitbetaling vindt een jaar later plaats. Besloten is om € 4,2 miljoen uit te keren aan de regiogemeenten. Dit was niet begroot en leidt tot een nadeel van € 4,2 miljoen.
We hebben een voordeel van € 3,2 miljoen doordat we minder in de reserve Wmo storten
Het geld dat we overhouden of tekort komen op de regionale Wmo verrekenen we met de reserve. We storten nu € 3,2 miljoen minder in de reserve dan begroot. Dit heeft twee oorzaken:
- we betalen het overschot 2022 van € 4,2 miljoen uit aan de andere Flevolandse gemeenten. Dit is hierboven toegelicht
- De kosten van de regionale Wmo zijn per saldo € 0,2 miljoen lager dan begroot. We storten dit bedrag in de reserve. Dit komt vooral door € 2,4 miljoen lagere kosten beschermd wonen en € 1,2 miljoen hogere kosten vrouwenopvang. De oorzaken zijn bij de betreffende activiteiten toegelicht.