Eigen Vermogen
Het eigen vermogen is het 'spaargeld' van de gemeente. Dit valt in de volgende delen uiteen:
- Algemene reserves:
- buffer, voor onbekende risico's;
- risicoreserves, voor bekende risico's;
- Bestemmingsreserves;
- Resultaat uit de jaarrekening 2023.
Per 31 december 2023 zit e r € 458 miljoen in onze reserves (inclusief resultaat 2023). Het grootste deel hiervan is gereserveerd voor risico's of specifieke bestemmingen. De buffer toont de 'vrije r uimte' binnen het eigen vermogen, en dient als dekking voor onverwachte risico's.
De jaarrekening laat zien dat er eind 2023 in totaal € 117 miljoen in de buffer zit. Hier gaat het resultaat over 2023 nog af. Dat is een tekort van € -37,3 miljoen. In de kwartaalrapportage laten we ieder kwartaal zien hoe we denken dat de buffer zich de komende jaren zal ontwikkelen.
Voorzieningen
Naast ons eigen vermogen hebben wij ook geld gereserveerd voor toekomstige verplichtingen en risico’s. Volgens onze boekhoudregels moeten wij voor toekomstige verplichtingen geld reserveren. Deze reserveringen noemen we onze voorzieningen. Het verschil met het eigen vermogen is dat de raad de bestemming van het geld dat wij in ons eigen vermogen reserveren kan wijzigen. Voorzieningen mogen volgens onze boekhoudregels alleen maar gebruikt worden voor het doel waarvoor dit gereserveerd is en zijn dus niet vrij te besteden voor de raad.
In totaal hebben wij per 31 december 2023 ongeveer € 71 miljoen in onze voorzieningen opgenomen. Hiervan is € 11 miljoen gereserveerd voor toekomstige verplichtingen met betrekking tot arbeidskosten. Dit heeft betrekking op de pensioen- en wachtgeldverplichtingen van (voormalig) leden van het college van Burgemeesters en Wethouders. Daarnaast is er met ingang van 2022 een voorziening gevormd voor het verlofsparen van medewerkers, als gevolg van een wijziging in de CAO. Daarnaast is er € 15 miljoen gereserveerd voor diverse verplichtingen en risico’s richting derden. Het gaat hier om contractueel vastgelegde verplichtingen en bijdragen die we op enig moment moet kunnen nakomen of waarop we kunnen worden aangesproken zoals bijvoorbeeld het kostenverhaal Oosterwold. Tot slot hebben we ruim € 45 miljoen gereserveerd voor toekomstige verplichtingen met betrekking tot onderhouds- en vervangingskosten van de riolering en het gemeentelijk vastgoed.