Het onderwijsachterstandenbeleid is bedoeld om de onderwijskansen van kinderen tussen de 0 en 12 jaar te vergroten. We willen graag dat alle kinderen alle kansen krijgen op school. Kinderen die opgroeien in een thuissituatie met een laag opleidingsniveau of waar geen Nederlands wordt gesproken, komen vaak minder goed mee op school. Vaak komen ze al met een achterstand op school. Wij krijgen geld van het Rijk om onderwijsachterstanden te voorkomen en te verkleinen. Wij geven geld aan kinderopvangorganisaties, scholen en welzijnsorganisaties om activiteiten uit te voeren om onderwijsachterstand tegen te gaan. Bijvoorbeeld:
|
---|
bedragen x € 1 miljoen
omschrijving | begroot | begroot | realisatie | realisatie | resultaat |
---|---|---|---|---|---|
lasten | baten | lasten | baten | ||
personeel | 0,5 | 0,5 | 0,0 | ||
inhuur | 0,3 | 0,3 | |||
subsidie | 9,6 | 6,0 | 3,6 | ||
uitkeringen | 6,8 | 6,5 | 0,4 | ||
inkoop | 1,5 | 1,2 | 0,2 | ||
subsidieontvangst | 18,7 | 14,1 | -4,6 | ||
totaal | 18,7 | 18,7 | 14,1 | 14,1 | 0,0 |
Voor het onderwijsachterstandenbeleid ontvangen we twee geldstromen van het Rijk: OAB en nationaal programma onderwijs (NPO). De uitgaven moeten we ook verantwoorden. Voor het OAB geldt de periode 2023 t/m 2026. Het NPO eindigt per 31 juli 2025 (einde schooljaar 2024/25).
In het lopende jaar begroten we zowel het budget voor dat jaar, als de middelen die vanuit eerdere jaren nog beschikbaar zijn. Daarmee is het totale budget inzichtelijk. Geld wat we niet uitgeven blijft via onze balans beschikbaar tot het einde van de periode. Dit is te zien in de lagere subsidieontvangst, waar we de lagere lasten verrekenen, en beschikbaar houden voor 2024 en verder. Voor de NPO middelen gaat dit om € 2,1 miljoen. Op de OAB-middelen is nog € 3,0 miljoen beschikbaar. Van deze € 3,0 miljoen is € 2,4 miljoen als afwijking op de begroting 2023. Dit komt omdat de laatste beschikking van € 0,6 miljoen eind oktober 2023 is ontvangen en daardoor niet meer als begrotingswijziging verwerkt kon worden.