Jeugdzorg

Jeugdhulp en jeugdbescherming

Dit is jeugdhulp waarbij de jeugdige nog thuis woont. Het is dus voor een groot deel lichtere zorg dan de jeugdhulp met verblijf waar de jeugdige uit huis is geplaatst. Om deze jeugdhulp te krijgen moet een jeugdige zijn doorverwezen naar een jeugdhulp aanbieder.

Kenmerkend voor de Jeugdwet is dat behalve de gemeente ook huisartsen, medisch specialisten, de jeugdbescherming en – in voorkomende gevallen – rechters toestemming hebben om jeugdhulp in te zetten. Op basis van een verwijzing geeft de gemeente toestemming aan een jeugdhulp aanbieder om de jeugdhulp te starten. De ouders van de jeugdige ontvangen een beschikking waarin het besluit staat dat jeugdhulp mag worden gestart.

Het merendeel van de jeugdhulp zonder verblijf met beschikking wordt gegeven door een ongeveer 35 jeugdhulp aanbieders waar de gemeente Almere een contract mee heeft. De verschillende vormen van jeugdhulp die worden gegeven zijn onder andere:

  • Het begeleiden van gezinnen en jeugdigen bij hun thuis in de eigen omgeving.
  • De behandeling van jeugdigen die te maken hebben met psychische problemen.
  • Het behandelen van kinderen met dyslexie.
  • De behandeling van jeugdigen met een licht verstandelijke beperking.

Jeugdhulp zonder verblijf met beschikking is een open einde regeling. Dit betekent dat wij iedereen moeten helpen die een aanvraag doet en aan de voorwaarden voldoet. We hebben met de zorgaanbieders contracten afgesloten waarbij voor de verschillende jeugdhulp producten vaste tarieven zijn vastgesteld (P*Q).

bedragen x € 1 miljoen

omschrijving

begroot

begroot

realisatie

realisatie

resultaat

lasten

baten

lasten

baten

uitkeringen

52,5

51,9

0,5

algemene reserve

6,9

6,9

0,0

totaal

59,4

0,0

58,8

0,0

0,5

De kosten voor de jeugdhulp zonder verblijf zijn € 0,5 miljoen lager dan begroot. Bij de derde kwartaalrapportage was dit budget nog verhoogd met € 5,5 miljoen, maar de werkelijke kosten blijken nu dus lager uit te vallen.

De totale kosten komen in 2023 uit op circa € 52 miljoen, dit is een stijging van 22% ten opzichte van 2022. Met name de kosten voor de zorg waarvoor geen contract was afgesloten zijn fors gestegen. Deze kosten zijn in 2023 verdubbeld ten opzichte van 2022, van bijna € 4 miljoen naar bijna € 8 miljoen. De kosten voor de gecontracteerde aanbieders zijn met 13% gestegen, van circa € 38 miljoen in 2022 naar ruim € 43 miljoen in 2023. Deze zorgkosten zijn voor 8% gestegen door prijsstijgingen en voor 5% door groei van het zorggebruik.

Deze pagina is gebouwd op 06/27/2024 17:13:56 met de export van 06/27/2024 17:01:56