De vennootschapsbelasting (Vpb) is een belasting op de winst van de bedrijven. Als gemeenten commerciële taken uitvoeren moet over de winst Vpb worden betaald. Dit gaat vooral om de winst uit de grondexploitatie en de parkeerexploitatie. Voor deze onderdelen hebben we een afspraak met de Belastingdienst gemaakt over hoe de Vpb wordt berekend. Voor andere activiteiten, zoals reclame-inkomsten, is nog niet duidelijk of we Vpb moeten betalen. |
|---|
bedragen x € 1 miljoen
omschrijving | begroot | begroot | realisatie | realisatie | resultaat |
|---|---|---|---|---|---|
lasten | baten | lasten | baten | ||
belasting | 1,3 | 2,4 | -1,1 | ||
totaal | 1,3 | 0,0 | 2,4 | 0,0 | -1,1 |
We verwachten per saldo € 1,1 miljoen meer Vpb te moeten betalen over de jaren 2020-2023 dan begroot. Dit komt vooral door de herwaardering van tijdelijke parkeerterreinen. De waarde van deze terreinen is naar beneden bijgesteld, waardoor we ook minder rentekosten kunnen toerekenen. Daarnaast zijn er nog diverse andere bijstellingen gedaan.
bedragen x € 1 miljoen | |
|---|---|
2023 | |
kosten 2023 o.b.v. voorlopige aanslagen | 6,2 |
Verwachte lagere winst | -3,8 |
Totaal verwachte winst | 2,4 |
Begroot 2023 | 1,3 |
Nadeel jaarrekening 2023 | -1,1 |
Op basis van de ingediende aangiftes en aanslagen hebben we in 2023 € 6,2 miljoen aan Vpb afgedragen. Dit is € 4,9 miljoen meer dan begroot. Dit komt omdat we de voorlopige aanslagen behoudend hebben ingevuld om belastingrente te voorkomen. Wij verwachten dat de fiscale winst in werkelijkheid lager uitkomt. Wij hebben een zo reëel mogelijke inschatting van de te betalen vennootschapsbelasting tot en met 2023 gemaakt.